Het is de trend van deze crisistijd: herverdeling van verantwoordelijkheden en een zich terugtrekkende overheid waardoor burgers veel meer dan voorheen participeren in allerlei overheidsinitiatieven. Of omgekeerd: de overheid die in een burgerinitiatief participeert. Allemaal volgens het principe “samen maakt sterk”. Dat dit ook bij het beheer van gemeentelijk groen tot een succes kan leiden moge blijken uit diverse voorbeelden. De les tot nu toe: bereid u goed voor!
Groenbeheer door burgerparticipatie en burgerinitiatieven het proberen waard
Er zijn verschillende voorbeelden van succesvol opgestarte groenbeheerprojecten waarbij burgerparticipatie is ingezet door gemeenten. Zo wil de Gemeente Hattem inwoners structureel betrekken bij het beheren van het Hattemse openbaar groen. Hiertoe heeft de gemeente een succesvolle groenmarkt georganiseerd, waarbij gemeentelijk groen ter adoptie of koop werd aangeboden aan burgers die vervolgens zelf verantwoordelijk werden voor het gezond houden van hun eigen stukje groen. Een ander voorbeeld is de Gemeente Breda, waar bewoners, ondernemers en de gemeente samenwerken aan het beheer van hun openbare ruimte binnen de afspraken van ‘’Opgeruimd Breda’’ . In de Gemeente Hoogeveen is een succesvol beheerproject opgestart vanuit een burgerinitiatief, waar de gemeente ondersteuning aan verleent. Buurtbewoners hebben het beheer van het Sterrenpark overgenomen van de gemeente en willen dit park nu omtoveren tot het “groene hart van Krakeel” . Het zijn initiatieven waar alle betrokkenen met veel enthousiasme aan begonnen zijn. Hoe levensvatbaar deze zijn, zal de tijd moeten leren. Wat al wel bekend is? Dat er valkuilen zijn die u als gemeente zeker kunt voorkomen.
Rol van de gemeente anders dan vaak gedacht
Er wordt vaak gedacht dat actief burgerschap de overheid ontlast van taken en tot bezuinigingen leidt. Dit blijkt zelden op te gaan. Met de komst van actief burgerschap wordt de rol van de gemeente niet kleiner maar verandert deze. Zo moet de gemeente onder burgers blijven netwerken en initiatieven blijven ontwikkelen die hen aanmoedigen actief te worden en te blijven en hun eigen duurzame samenwerkingsverbanden te creëren. Zonder overkoepelend, gemeentelijk beleid lukt dit niet. De praktijk leert bovendien dat ook al doen veel burgers mee, burgerinitiatieven maar al te vaak afhankelijk zijn van de inzet van slechts enkele enthousiaste vrijwilligers of betrokken professionals voor wie een duidelijk belang als drijfveer nodig is om bij het project betrokken te willen blijven. Verder is geen mens hetzelfde. Lang niet iedereen wil verantwoordelijkheid dragen en lang niet iedereen houdt van overleg. Daarnaast ligt het gevaar op de loer van bureaucratische barrières die tot desinteresse voor deelname bij burgers kan leiden. Een succesvolle en duurzame burgerparticipatie vraagt dus een blijvende inzet van de gemeente.
Grote verschillen tussen dorps- en stadsburgers bij groenbeheer
Er blijkt een wezenlijk verschil te zijn tussen burgers uit steden en burgers uit dorpen met betrekking tot groenbeheer. Stadsmensen zijn vaak op zoek naar groen in hun leefomgeving en daardoor sneller bereid om hiervoor iets te doen. Dorpsmensen zien groen eerder als iets vanzelfsprekends en ervaren zorg ervoor eerder als een last dan als een genoegen. Dit verschil is zeker van invloed op de vormen van participatie die een gemeente kan bewerkstelligen.
Blijvende inzet leidt tot meerwaarde voor gemeenten
Tegenover de veranderingen en de blijvende inzet van gemeenten staan ook voordelen. Denk aan een groter draagvlak voor gemeentelijke plannen, groter bereik van doelgroepen, en snellere realisatie van plannen doordat burgers in een vroeg stadium al betrokken zijn. Verder bevordert burgerparticipatie de openheid en transparantie van een gemeente, waardoor bewoners meer vertrouwen krijgen in het openbaar bestuur. Daar waar burgers goed worden geïnformeerd, waar goed naar hen wordt geluisterd en waar met hen wordt meegedacht, heeft groenbeheer beslist kansen.