Door het centrum van Sittard stroomt, onzichtbaar voor haar bewoners, de Keutelbeek. De beek loopt namelijk door een overkluizing van ongeveer en kilometer lengte. De Gemeente Sittard-Geleen is van plan om een deel van deze overkluizing af te breken. Dit draagt bij aan de attractiviteit van het centrum en een betere waterkwaliteit van de beek. Er is één probleem: in deze overkluizing leven in de zomer zo’n vijftig watervleermuizen.
Watervleermuis
De watervleermuis is een soort die haar zomer- en kraamverblijfplaatsen normaal gesproken heeft in boomholtes. Overwinteren doen ze in ondergrondse objecten, zoals kelders en de mergelgroeven in Zuid-Limburg. De soort heeft vanaf de zomerverblijfplaatsen een actieradius van enkele kilometers, tussen winter- en zomerverblijfplaatsen kunnen enkele tien- tot een honderdtal kilometers liggen. Watervleermuizen eten voornamelijk insecten van en rondom het water, zoals uit het water sluipende haften.
Mannetjes in de zomer
Het is dus uitzonderlijk dat watervleermuizen in de zomer aanwezig zijn in ondergrondse objecten. Dat maakt de overkluizing van de Keutelbeek in Sittard, waar zomers zo’n vijftig mannetjes onder de putdeksels hangen, een bijzondere locatie. Van de twaalf aanwezige putdeksels worden er drie gebruikt door de watervleermuizen. Uit onderzoek blijkt dat zij de putdeksels hebben uitgekozen die waterdicht zijn, geen gat in het midden hebben en waarvan de rand geen water doorlaat. Ze hangen daar niet alleen droog maar ook warm: doordat er zon op de putdeksels schijnt warmt het onder de deksels op. Vleermuizen gebruiken die warmte om zelf zo min mogelijk energie te hoeven steken in hun energiehuishouding.
Watervleermuizen in de overkluizing
Al in 2004 zijn in de overkluizing watervleermuizen aangetroffen.Toen de gemeente het plan opvatte om de overkluizing deels te slopen was dan ook meteen duidelijk dat ze op een goede manier rekening diende te houden met de aanwezige watervleermuizen. Sjaak Aussems, projectleider van Gemeente Sittard-Geleen: “We hebben de Zoogdiervereniging onderzoek laten doen naar de periode van het jaar dat de watervleermuizen gebruik maken van de overkluizing, in welke aantallen ze aanwezig zijn en welke functie de overkluizing voor hen heeft.” Dat leverde de informatie op dat de overkluizing alleen in de zomer gebruikt wordt door een grotere groep mannetjes, er worden geen jongen geboren; de overkluizing is daarmee geen kraamverblijfplaats.
Te nemen maatregelen
De gemeente heeft naast de Zoogdiervereniging aan Regelink Ecologie & Landschap gevraagd mee te kijken om tot goede, functionele maatregelen te komen. Sjaak Aussems: “Het was even zoeken naar goede maatregelen. We hebben enkele workshops met vleermuisexperts, cultuurtechnici en medewerkers van de gemeente moeten organiseren voor we eruit waren. De maatregelen die in eerste instantie door de vleermuisexperts waren voorgesteld bleken om diverse redenen niet mogelijk.”
Vleermuiskasten en bunker maken project mogelijk
De workshops brachten uiteindelijk het gewenste resultaat: aardewerken vleermuiskasten en een bunker. De vleermuiskasten houden door hun materiaal lang warmte vast en zijn op de zuidzijde opgehangen. Om de vleermuiskasten is een constructie gemaakt zodat de vleermuizen onder de brug, op een donkere plek naar binnen kunnen vliegen.
Er is ook een bunker gebouwd. Deze bunker heeft een vergelijkbaar uiterlijk als de huidige overkluizing en hierin zijn zes putdeksels opgenomen. De bunker is direct vanaf het water toegankelijk. Door deze maatregelen is het waarschijnlijk dat de watervleermuizen bij het slopen van de overkluizing een goed alternatief vinden.
Door deze maatregelen en de samenwerking tussen de verschillende disciplines cultuurtechniek en ecologie is het mogelijk geworden de overkluizing uit te voeren. Het Ministerie van Economische Zaken heeft ontheffing van de Flora- en faunawet verleend om het project uit te voeren.
Gewenning
Alle maatregelen zijn in het voorjaar van 2015 uitgevoerd. Tot eind 2015 is er een ‘gewenningsperiode’ ingesteld voor de vleermuizen. Daarna wordt begonnen met de sloop.